Mensenmassa is fan van confetti en swaffelen, blijkt uit een ervaring waar ik meestal niet in mee stap. Deze keer had ik geen keus. Ik moest in mijn eentje aan de rand van de put blijven staan of mijn gezelschap vervoegen in de meute. Het werd het tweede. De reden waarom ik meestal backstage vertoef of een VIP ruimte verkies, waar ik voor alle duidelijkheid niet word voor uitgenodigd, heeft niets te maken met een eigendunk, maar alles met een constante ongemakkelijkheid om te zwemmen in een mensenzee.
Ik kan zwemmen, zelfs zonder bandjes. Als het mee zit zwem ik gemakkelijk 750m. Opnieuw niets met eigendunk te maken en in vergelijking met de massa zal dit wel beneden het normale niveau zijn. Toch, dat is mijn niveau. Dat is mijn kunnen en mijn eigen beslissing.
Op festivals en festiviteiten, zwem ik dan weer minder graag, dan heb ik nood aan bandjes en ademruimte. Nochtans heb ik met mijn lengte eerder een voordeel om in de massa te verblijven, de koelte te bewaren en een snellere verbinding met zuurstof te onderhouden. Het overzicht bewaren is ook handig. Ik weet altijd onmiddellijk alle nooduitgangen zijn, omdat ik ze kan zien, maar ook omdat ik ze wil zien. Ik heb iets met signalisatie, maar dat is een ander dingetje.
Het ligt me niet. Het moet wel één van de redenen geweest zijn dat ik altijd op een festival heb gewerkt. Mijn vrijheid bewaren en er op een zekere manier toch bij kunnen horen.
Gelukkig ben ik een uitzondering. Mensen houden van de confetti die hen verenigt en een vorm van idealisme naar boven brengt, waar ze samen kunnen over chatten en dansen. Dansen is goed. Lachen is goed. Gelukkig, word ik er wel van, dat een festival zoveel mensen gelukkig maakt. Ik ben er graag bij, dat is zeker. Het is een topseizoen voor de betere zwemmers. Ik ga mijn bandjes blazen en aan de rand van het zwembad staan, swaffelend met de omheining om in mijn eigen ruimte op de knop van het confetti kanon te kunnen duwen.